Grote Grazers, liefde op afstand
Al fietsend of wandelend in het duingebied sta je soms zomaar oog in oog met een grote grazer: een Schotse hooglander of Exmoor pony's. En wat doe je dan? Blijf je veilig op afstand of ga je er juist naartoe?
Adembenemend is het soms: pony's die op een duinhelling staan te grazen of hooglanders die vredig herkauwend en onverstoorbaar op het fietspad liggen. Menigeen komt dan ook thuis met de mooiste, grappigste en ontroerendste foto’s van de dieren.
Sommige mensen willen niets liever dan de grazers aaien en voeren. Of een selfie met ze maken. Anderen gaan er vandoor als ze oog in oog staan met een of meerdere exemplaren. Beide reacties zijn twee uitersten van dat wat je het beste kunt doen: op gepaste afstand blijven.
Liefde op afstand
Al zijn onze natuurgebieden relatief veilig, toch kun je er beter geen vrienden mee worden. De PWN (beheerder van dit duingebied) adviseert om 25 meter afstand te houden. Er zijn de laatste 15 jaren slechts enkele incidenten geweest, maar toch is het verstandig het lot niet te tarten. Zeker wanneer er jongen zijn, wil een groep de kleintjes beschermen.
Voeren? Ook vooral niet doen. De dieren worden daardoor steeds tammer, waardoor ze mensen vaker gaan benaderen voor voedsel. Ze worden opdringerig en dat kan vervelende situaties opleveren.
Ruimte en eten genoeg
In de gebieden vind je ook andere dieren, die niet tot de grote grazers worden gerekend, maar waarvoor wel dezelfde adviezen gelden: Scottisch blackface schapen, Kempische heideschapen en Hollandse landgeiten. Alle dieren zijn het bezit van veehouders, maar PWN houdt in de gaten hoe het met ze gaat en of er voldoende voer en water beschikbaar is.
PWN zet al deze grazers in voor natuurlijk duinbeheer, omdat er door ziekten steeds minder konijnen zijn. Geen maaimachines, maar malende tanden en kiezen. Ook de komende jaren blijft PWN deze natuurlijke manier van beheren voortzetten. Een win-winsituatie, want ook de dieren gedijen in deze constructie: maar liefst 15 hectare natuur per koe of pony en voldoende voedsel voor allemaal.
Tekst: Lisette Geel